Gerard Abbingh, algemeen bestuurslid, stelt zich voor

Home Nieuws Bestuur Gerard Abbingh, algemeen bestuurslid, stelt zich voor

In deze derde aflevering van het voorstellen van de bestuursleden is Gerard Abbingh aan de beurt. Van ooit fanatiek Askoviet is hij inmiddels een echte AVO-man geworden. Het kan verkeren…

Mijn korfbalgeschiedenis begint ergens begin jaren ’60 van de vorige eeuw in Hooghalen. Als jochie van drie jaar sta ik op de teamfoto van Halen 1, de ploeg waarin mijn vader speelde en waarvan mij opa de trainer was. Je kunt dus wel zeggen dat korfbal mij met de paplepel ingegoten is. Toen we naar Assen verhuisden werden mijn vader en ik lid van Asko. Mijn eerste kampioenschap behaalde ik met Asko-g in de E-pupillen, in 1971 was dat. Hoe ik dat nog weet? Je ontving in die tijd een kampioens-diploma en heb dat altijd bewaard (een hele stapel trouwens).

Ik bewaar hele fijne herinneringen aan mijn korfbaljeugd. Zo werden we met Asko B1 onder leiding van Tiemen Koopmans kampioen van Nederland. Ik weet het nog goed, bij Allen Weerbaar (nu AW-DTV), in de stromende regen, op grind. Een jaar later deden we het met een tweede plaats nog eens dunnetjes over. Met de A-junioren behaalden we in 1975 onder leiding van wijlen Luuk Vos een tweede plaats op het Nederlands kampioenschap in Eindhoven. Op het veld, drievakken korfbal was het toen nog. In de senioren speelde ik het meest in het tweede en af en toe wel eens in het eerste. Ik had een prima schot dat wel, maar verdedigend was het helaas niet zo best.

Naast speler (thans Midweek) ben ik al bijna 40 jaar trainer van diverse jeugdploegen. Momenteel samen met Lynn Bezemer van C3. Zoals in zoveel korfbalfamilies heb ook ik mijn vrouw Alda op het korfbalveld leren kennen. Zij speelde ook bij Asko. Onze dochter Kirsten heeft ook een tijdlang in de jeugd gekorfbald maar is nu in de paardensport actief. Zoon Joss speelt momenteel in AVO1. We zijn dus een echte korfbalfamilie.

Dat ik bestuurslid ben geworden is misschien wel een logisch vervolg op de jaren die aan de fusie vooraf gingen. Ik zat met Benny Muskee, Atie Hartenhof en Kitty de Vries in de werkgroep die in 2010 de mogelijkheden tot samenwerking tussen Asko en VDW-OLS heeft onderzocht. Dat dit uiteindelijk in 2015 tot een fusie heeft geleid was toen nog niet in beeld maar is wat mij betreft een logische uitkomst. Toen ik begin 2015 door Jeannet Wever voor deze bestuursfunctie gevraagd werd vond ik dan ook dat ik dat niet kon weigeren. Ik heb in het voortraject gezeten en nu wil ik de nog jonge fusieverenging AVO in haar beginjaren mee op weg helpen naar een florissante toekomst.

De eerste stappen zijn gezet. Het niveau gaat omhoog, er wordt landelijk over AVO gesproken. Maar om het niveau te handhaven of verder te verhogen moet ook het niveau in de breedte omhoog. En dan niet alleen speltechnisch, ook op het vlak van de vele  vrijwilligers die we nodig hebben, in de vorm van trainers, scheidsrechters, kantinemedewerkers, kortom noem de hele rij aan taken binnen een vereniging maar op. Vrijwilligers waarmee we het breedtekorfbal goed kunnen faciliteren en waar uiteindelijk ook het wedstrijdkorfbal van profiteert.

Met betrekking tot het vrijwilligersbeleid komen wij als AVO-bestuur het komend voorjaar met een vrijwilligersonderzoek bij u terug. Binnenkort hoort u daar meer over.

 

Tot ziens in de sporthal of op het korfbalveld.

 

Gerard Abbingh, Algemeen bestuurslid AVO